Marijn Vermue: Diepspitten, innovatie en samenwerking in de akkerbouw
07 januari 2025
Akkerbouwer Marijn Vermue is een jonge teler met een vergaande visie op het gebied van goede bodemstructuur. Op de platengrond in zijn gebied past hij ‘diepspitten’ toe, een methode waarbij hij de grondlagen vermengt om het beste van beide werelden te behouden. De mix van zand- en kleigrond die zo ontstaat, is makkelijker bewerkbaar en ook de vochthuishouding is beter te regelen. Marijn is voorzichtig optimistisch: hij ziet een licht hogere opbrengst en hoopt zijn gewassen weerbaarder te maken tegen droogte- en vochtproblemen. De diepspit-methode ziet hij als een uitkomst van het samenwerken en samen nadenken in de akkerbouw: ‘Je hoopt altijd dat je van elkaar kunt leren, daarom wil ik ook graag bij collega’s kijken wat wel en niet werkt.’
Marijn Vermue runt samen met zijn vader Adri akkerbouwbedrijf in de Steenenmuur-polder in Werkendam. Hier telen ze suikerbieten, consumptieaardappelen, zaaiuien, stamslabonen, wintertarwe en snijmaïs. Kenmerkend aan Marijns situatie is dat hij vlakbij een ‘Ruimte voor de Rivier’-gebied in Noord-Brabant boert, als een van de laatste boerenbedrijven die nog in Noordwaard, een deel van de Biesbosch, is gevestigd. Dit gebied was oorspronkelijk een intergetijdengebied, waar eb en vloed lange tijden hun invloed hadden. Door deze getijdenwerking zijn er lagen afzettingen van afwisselend zand en slib ontstaan. Hierdoor bestaat deze gronduit een bovenste laag klei, met daaronder een laag zand. ‘Naast het probleem dat klei moeilijk bewerkbaar is en zand geen capillaire werking heeft, hadden we ook te maken met veel hoogteverschillen in de grond. Als het regende, liep al het water naar de laagste plekken. Omdat op de hoogste plekken in het perceel vaak de minste klei zat, konden we de grond niet alleen vlak leggen maar was er meer nodig’, vertelt Marijn.
Aanpak in vier stappen
Om de grond te verbeteren, ontwikkelde Marijn een aanpak rondom ‘diepspitten’: het vermengen en egaliseren van de grondlagen op de akkers. Deze techniek zag hij voor het eerst bij een collega-akkerbouwer. Om te zorgen dat de kleilaag diep in de grond blijft zitten, wordt er eerst diep geploegd, door een loonwerker. Vervolgens wordt de grond ‘rond’ gelegd door te kilveren. Marijn: ‘het water moet aan de zijkanten van het perceel de sloot in kunnen vloeien, vandaar het ‘rond’ leggen.’
Na het kilveren begint de derde stap, het diepspitten: de klei- en zandlaag met elkaar vermengen. En tot slot zaait Marijn er een groenbemester in. ‘Met deze techniek probeer ik overal het zand egaal te verdelen, terwijl de klei op de plekken blijft waar die oorspronkelijk zat’, vertelt hij. ‘Het resultaat is een bodem met een mengsel van zand en klei, waar het zand voor een betere bewerkbaarheid zorgt en de klei als vochtbuffer fungeert. Zo probeer ik het beste van beide werelden te krijgen.’
De familie Vermue past deze techniek nu twee jaar toe en merkt duidelijk het verschil. De eerste teelt op een gediepspit perceel is inmiddels geoogst, en was bovengemiddeld goed. ‘Je hebt veel voordelen van het diepspitten. Het maakt de grond heel diep los. De wortels van de aardappelen en bieten die erop stonden, konden veel makkelijker diepere grondlagen bereiken. Daardoor groeide deze teelt ontzettend goed’, vertelt Marijn tevreden. Al is hij bescheiden over zijn hoop dat het zo zal blijven: ‘Eén jaar is geen jaar, zoals akkerbouwers wel eens zeggen.’
Elkaar helpen naar de eindstreep
Marijn merkt dat de uitdagingen in de akkerbouw vaak vragen om samenwerking, omdat ze te groot zijn voor kleine, individuele boerenbedrijven. Schaalvergroting is daarom verleidelijk, wat hij ook in zijn eigen bedrijf merkt. ‘Als ik twee keer zoveel aardappelen had geproduceerd, zou het aantrekkelijker zijn om te investeren in nieuwe innovaties, zoals een optische sorteerder voor onze aardappelen. De klus van het sorteren vinden de jongens [seizoenswerkers, red.] saai werk. Zo’n machine bespaart veel tijd en arbeidskracht, maar is wel een zeer forse investering’, legt hij uit.
Innovaties zoals deze geven Marijn de motivatie om door te gaan, ondanks de soms uitdagende omstandigheden. ‘Tegen de natuur valt niet te vechten’, zegt hij. ‘Maar we zoeken natuurlijk wel naar manieren om het net wat makkelijker te maken.’ Hij hecht veel waarde aan samenwerking in de regio. ‘Als akkerbouwers hebben we daar veel mee te maken, vooral wanneer het nat blijft. Dit voorjaar, normaal gesproken een tijd van veel nieuwe energie, begon ook nat, en dan is het balen. Daardoor konden we pas laat planten en zaaien, wat slecht uitpakte.’ Marijn benadrukt het belang van onderlinge steun in zo’n periode. ‘Waar mogelijk helpen we elkaar of lossen we elkaar af. Het draait om elkaar naar de eindstreep helpen’, zegt hij.
Kom in contact!
Met deze mindset deelt Marijn graag kennis met collega’s, en blijft ook zelf leren. Bijvoorbeeld via zijn lokale akkerbouwstudieclub, die regelmatig oplossingen met elkaar uitwisselt. ‘Afgelopen zomer organiseerden we een bijeenkomst bij mij op het land, waar ik het diepspitten en kilveren demonstreerde. Hij begrijpt dat het vaak niet haalbaar is om alles zelf uit te zoeken en oplossingen te vinden, daarom moedigt hij collega’s aan om contact met elkaar op te nemen. “Dus, als je geïnteresseerd bent in mijn technieken of vragen hebt, bel me gerust,” zegt Marijn.
Zijn telefoonnummer is: 06-18656873