Kees van Dijk: over de FarmDroid en natuurbeheer

28 februari 2024

Kees van Dijk: over de FarmDroid en natuurbeheer

Op het bedrijf van Kees van Dijk is alles goed doordacht. Met zijn bemestingsplan heeft hij veel aandacht voor het bodemleven, maar ook bóven de grond heeft hij veel aandacht voor zijn omgeving. De teler investeerde opnieuw in de toekomstbestendigheid van zijn teelt, door samen met zijn buurman een FarmDroid aan te schaffen. Maar niet zonder de nodige overwegingen en de juiste informatie.

Kees verbouwt op zo’n 108 hectare lichte kleigrond suikerbieten, cichorei, wintertarwe en gerst. Op het erf van Kees is de bemestingsadviseur van Delphy net vertrokken. Hij is bezig met de bemestingsplannen voor aankomend seizoen. Ooit stond zijn grond bekend als de slechtste grond in de omgeving. ‘Dertig jaar geleden kwam ik hier naartoe, vanuit een gemengd bedrijf. We moesten weg uit Bergschenhoek, vanwege de stedelijke uitbreiding’, vertelt Kees. Maar inmiddels is de vruchtbaarheid van de grond zo sterk verbeterd dat hij mee doet met de hoogste opbrengsten. ‘Achteraf kan ik best zeggen dat het goed is gekomen’, laat Kees tevreden weten.

De bodem voeden

Die verbetering heeft alles te maken met Kees zijn kijk op bodemvruchtbaarheid. In die tijd heerste de gedachte dat alles met bijsturing van mineralen wel opgelost kon worden. Door zo veel mogelijk met kunstmest te bemesten, was er voor de voorganger van Kees weinig aandacht voor het bodemleven. Zelf wilde hij dat anders doen. ‘Juist dat bodemleven is zo belangrijk’, vindt Kees. ‘En die bodem moet je voeden. Ik begon direct met het gebruiken van dierlijke mest. En ook groenbemesters waren eigenlijk nog niet gangbaar, maar ik begon er toch mee, met gele mosterd.’ En bij die keuze voor een enkelvoudige groenbemester bleef hij, uit praktische overwegingen. ‘In mijn gebied hebben we veel last van bietencysteaaltjes, en gele mosterd helpt dat terug te dringen. Maar nu er meer resistentie komt, overweeg ik ook steeds vaker mengsels.’

 

Toen Kees de kans kreeg om aan te sluiten bij het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in de regio, rond het jaar 2000 nog de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) geheten, meldde hij zich gelijk aan. ‘Je hoort vaak in de politiek “de grond is dood”.’ Dat zat Kees dwars, gezien zijn inzet voor bodemvruchtbaarheid. De acties die hij neemt om de bodem gezonder te maken vaak opgemerkt. ‘Maar een perceel waar uniform één gewas wordt geteeld, dat vinden veel natuurliefhebbers een doorn in het oog. Dat snap ik ook wel.’ Met de stroken die hij nu reserveert voor de natuur, probeert hij dat beeld te veranderen. Zo houdt hij rekening met het leven bóven de grond, zonder de vruchtbaarheid van de bodem links te laten liggen. ‘Zelf heb ik iets met vogels. Je ziet hoe langer de randen er liggen, hoe meer leeuweriken en patrijzen er in dit gebied zijn. Dat vind ik dan persoonlijk weer leuk.’

Fanatiekeling die vooruitkijkt

Kees zijn vergaande visie op een gezonde bodem en omgeving onderstrepen zijn enthousiasme voor het vak. Die visie maakt ook dat hij zich graag bezighoudt met de cichoreiteelt. ‘Het is natuurlijk een moeilijke teelt. Dus je wordt uitgedaagd om het goed te doen!’ Samen met zijn buurman wilde hij graag in de teelt investeren, en ze kochten samen een zaaimachine. Toen de samenwerking beviel, schaften ze vorig jaar ook een FarmDroid aan. Vooruitkijken in deze teelt is essentieel, meent Kees, en nu Bonalan voor het laatste jaar toegestaan is, leek hem dit de juiste stap. Door de financieringsregeling van Sensus en Groeikracht Cosun werd hij ondersteund bij de aanschaf, en hij wist ook nog een POP3+-subsidie  los te krijgen.

   

Ook met alle financiële regelingen ging de aanschaf van de FarmDroid niet over één nacht ijs. Kees bezocht toch al gauw drie keer een demonstratie. ‘Via Groeikracht ben ik hem op het spoor gekomen. Het is altijd interessant een nieuwe machine in de praktijk te zien. Dáár leer je van. Hoe vaker je het ziet, hoe meer je erin gaat geloven.’ Het eerste seizoen ervaring opdoen met de FarmDroid was zeker wennen, laat Kees weten. Zo kon het voorkomen dat de robot ‘s nachts bij het zaaien stil kwam te staan, omdat het zaad op was. Ook is de machine relatief langzaam: hij doet zo’n twee weken over wat met de trekker in één dag kan. ‘Maar hij zaait enorm nauwkeurig, dus die twee weken groeiverlies worden wel goed gemaakt. En hij weegt bijna niks, dus hij kan al heel gauw het land op.’

Het is nog niet het ei van Columbus’, stelt Kees. ‘Maar we gaan er wel mee door.’

‘Het blijft geweldig om de machine zijn gang te zien gaan’, zegt Kees, die vooral te spreken is over de onkruidbeheersing die de machine realiseert, ondanks de leercurve. Waar hij in eerste instantie tegenaan liep, was de rijrichting: ‘Die machine is zo’n drie meter breed, en rijdt met de klok mee. Maar omdat hij één richting opgaat, is er ook altijd een stukje dat bij het schoffelen wordt gemist: alleen vóór het plantje en niet daarna.’ Maar na een belletje met de servicedesk werd ook dat probleem verholpen. De FarmDroid werd ingesteld om de daarna ronde tegen de klok in te doen, zodat hij precies de stukken meepakte die eerst werden gemist. ‘Door het precieze wieden reduceer je flink in het middelengebruik; ik denk dat we al ruim de helft minder bodemherbiciden gebruiken. En hoe minder je gebruikt, hoe meer het de opbrengst te goede zal komen.’