Peter van den Hoek: Telen op zonnekracht

10 maart 2022

Peter van den Hoek: Telen op zonnekracht

Tien jaar geleden investeerde akkerbouwer Peter van den Hoek uit Heinenoord in zonnepanelen. Om de energievoorziening van zijn eigen akkerbouwbedrijf te verduurzamen en minder afhankelijk te worden van fossiele energie, maar ook om een extra bron van inkomsten te genereren. Daar begint hij nu de vruchten van te plukken. “Ons doel was om energieneutraal te worden, en nu produceren we zelfs meer energie dan we gebruiken.”

Peter van den Hoek runt samen met zijn broer een akkerbouwbedrijf in gemeente De Hoeksche Waard ten zuiden van Rotterdam. Een streek die omringd wordt door drie verschillende rivieren, waardoor het een gebied is met veel vruchtbare kleigrond. Niet gek dat het de grootste akkerbouw gemeente van provincie Zuid-Holland is. Op het bedrijf van 200 hectare telen Peter en zijn broer aardappelen, suikerbieten, uien, bruine bonen en tarwe. Net als hun collega’s zijn Peter en zijn broer niet bezig met het bedrijf van morgen, maar het bedrijf van over twintig jaar. Investeringen kosten tijd en geld, en zijn niet over één nacht terugverdiend. Een toekomstbestendig bedrijf hebben en houden is hun drijfveer om continu te blijven kijken naar zaken die beter kunnen en de juiste investeringen te doen die op de lange termijn rendabel zijn.

Hoe het begon

In 2012 werd het tijd voor een nieuwe aardappelschuur. In die tijd was Peter actief lid van Stichting Veldleeuwerik, een samenwerkingsverband tussen telers en de verwerkende industrie dat de handen ineensloeg voor de verduurzaming van de akkerbouw (red. in 2021 helaas opgeheven). ‘Als lid van de Veldleeuwerik had ik toegang tot veel actuele kennis van collega’s en adviseurs over de aandachtsgebieden om mijn bedrijf te verduurzamen. Energie was daar een van.” Net als veel boeren in de Hoeksche Waard kon hij gebruikmaken van de SDE-regeling, een subsidieregeling voor duurzame energie. “Het dak van de nieuwe schuur bood ruimte voor 66 panelen. En de prijzen van de panelen, met daarbij de subsidie, waren toen zo gunstig dat het eigenlijk niet zo’n gek idee was. Met deze panelen werd ons bedrijf ook gelijk energieneutraal.” De inspiratie vanuit Veldleeuwerik, de plannen voor een nieuwe aardappelschuur en de beschikbare SDE-regeling: er kwam veel samen, wat zijn plannen voor verduurzaming in de jaren daarna in een verdere stroomversnelling bracht. “We besloten om alle daken van al onze schuren vol te leggen. Daarvoor waren 1500 panelen nodig.”

In tien jaar tijd zijn we van 66 zonnepanelen naar bijna 2500 panelen gegaan.

Peter vroeg hiervoor een extra SDE-subsidie aan bij de overheid. Hiervoor moest hij zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). “Met behulp van de extra subsidie hebben we in 2021 nog eens 900 panelen erbij genomen op een nieuwe aardappelschuur die we gebouwd hebben vanwege uitbreiding van ons bedrijf.”

Vaste vergoeding

In tegenstelling tot veel andere subsidies krijgt een teler bij de SDE-regeling niet een vergoeding voor de investering die hij doet, maar voor de energie die hij levert. De investering voor de aanschaf en installatie van de zonnepanelen moet de teler zelf bekostigen.

Bij het indienen van de aanvraag, schrijf je je als teler in voor een vast bedrag aan subsidie per kilowatt uur. Dit bedrag ontvang je dan altijd, of de energieprijs nu hoog of laag is. Gaat de energieprijs van het net omhoog, dan zakt de bijdrage van de overheid. Daardoor komt een teler altijd op hetzelfde bedrag uit. “Wij hadden ons ingeschreven op 11 cent. Stel dat de energieprijs van het net per kilowattuur op 6 cent staat, dan vult de overheid dit aan met 5 cent.”

In de regel worden subsidieaanvragen voor de laagste tarieven als eerst toegekend. “We wilden zoveel mogelijk zekerheid dat we de panelen konden realiseren. Maar ook dat we snel aan de slag konden. Bij onze aanvraag hebben we daarom bewust ingeschreven op een lager tarief van 11 cent per geleverde kilowattuur elektriciteit. Voor de aanschaf en installatie van de zonnepanelen was onze eigen investering ongeveer 200.000 euro.”

Aansluiting op het net

Met de aanleg van de panelen was het opwekken van de energie geregeld. Door het aantal zonnepanelen en de hoeveelheid energie die deze opwekken, moest er wel nog een transformatorhuisje op het erf geplaatst worden. Deze is bovendien nodig voor verbinding met de hoofdaansluiting, welke noodzakelijk is om de energie te kunnen leveren aan het elektriciteitsnet.

De aansluiting op het elektriciteitsnet heeft voor het bedrijf van Peter daarom zo’n zes maanden geduurd. “We moesten een nieuwe hoofdaansluiting speciaal laten aanleggen bij de nabijgelegen dijk. De vergunningsaanvraag voor het graven in de dijk kostte met name veel tijd.”

Tip van Peter: vraag eerst na of je in jouw gemeente energie kan terug leveren, voordat je de SDE aanvraagt.

Veel boeren lopen tegen dergelijke vertraging aan. Door een gebrek aan hoofdkabels is de aanleg of uitbreiding van zonnepanelen en windmolens in bepaalde regio’s namelijk niet mogelijk. Voor veel boeren die wel kunnen en willen investeren in duurzame energie erg frustrerend, zeker nu met de hoge energieprijzen.

Verdienmodel

De verwachting is dat de investering van de zonnepanelen binnen acht jaar is terugverdiend. Na acht tot tien jaar kunnen Peter en zijn broer rekenen op ongeveer tien tot twaalf procent rendement van de investering. Iets waar hij blij mee is, maar wat ook wringt. “Mijn passie is het telen van gewassen. Het is jammer dat dit minder oplevert dan energie en dat onze verdiensten zelfs onder druk staan. Ik zou het mooi vinden als we via Groeikracht ook het rendement op onze aardappelen, suikerbieten en andere gewassen kunnen verbeteren. Door innovaties om kosten te verlagen of om hogere opbrengsten te behalen. Ik ben benieuwd op welke manier andere telers in ons netwerk hier aan werken.”