Eugène van den Eijnden: Strokenteelt op de Natuurakker in Steenbergen

27 augustus 2024

Eugène van den Eijnden: Strokenteelt op de Natuurakker in Steenbergen

In Steenbergen experimenteert Eugene van den Eijnden met strokenteelt, op het perceel van de Natuurakker: een zevenjarig project namens Groeikracht Cosun. De betrokkenen bij het project willen kijken wat de teeltwijze doet met de ziektedruk enerzijds, en met rentabiliteit anderzijds. Het perceel van de Natuurakker kent zijn uitdagingen, maar “hier ben ik het liefst”, vertelt Eugene. Met een open houding leert hij de natuur-inclusieve teeltwijze steeds een beetje beter kennen.

Verscholen tussen imposante bomenreeksen, aan het einde van een smalle landweg, strekt een bescheiden perceel vol kleur en gezoem zich uit. Hier ligt de Natuurakker, een speciale akker ingericht op strokenteelt. Eugene van den Eijnden is een ervaren akkerbouwer uit de buurt van Steenbergen, die het op zich heeft genomen om een aantal jaren lang ervaring op te doen met deze uitdagende teeltmethode. Groeikracht Cosun startte in samenwerking met HAS Green Academy en CZAV het project in 2020, en heeft er nu bijna vijf seizoenen op zitten. “De kerngedachte is om het gewas gezond te houden door middel van variatie”, vertelt Eugene. “We willen de ziektedruk zien te verminderen. Na vijf jaar heb ik dat ook wel gemerkt: niet alles gaat goed, maar de ziektedruk is zeker wel minder.”

Zie hieronder een video over het project. Je kunt ook kijken op de projectpagina.

Tien teelten is teveel

Alles aan de Natuurakker is uniek, en dat maakt het zowel uitdagend als leerzaam. Om te beginnen bij de ligging: het perceel ligt in een bocht, waardoor een knik in het perceel ontstaat. “Het is erg mooi voor het beeld”, zegt Eugene, “maar het is in de bewerking best een uitdaging. Aanvankelijk dacht ik, dat lossen we wel op door precies op de gps te rijden. Maar na een heel aantal bochtjes op de gps, komt er toch wat verschuiving in.” Eugene gebruikt een veldspuit voor het perceel, waarvan hij een aantal spuitdoppen dichtdraait om slechts de zes meter brede strook te behandelen. Maar door de bocht zwiept de spuitarm net een stukje langs de zijkanten van de strook. “En al gauw zie je daar dus ook wat onkruid ontstaan.”

Vanaf boven zien we duidelijke verschillen in hoe succesvol de gewassen per strook zijn.

In de eerste plannen vanuit de HAS was er de wens om het perceel met tien teelten te beboeren. “Dat is vreselijk veel”, zegt Eugene. “En we hebben gekeken naar hoe we de stroken dan elk seizoen konden opschuiven. Uiteindelijk zijn we daar niet uitgekomen. Later hebben we de WUR erbij betrokken om nog eens goed naar het bouwplan te kijken.” Eugene ging verder met acht teelten; van vier naar twee graansoorten. Rogge en haver gingen uit het bouwplan, de wintertarwe en wintergerst bleven. Maar ook met deze inrichting valt van alles te leren: studenten van de HAS en andere partners zijn continu bezig met metingen in het perceel. Van organismen in de bodem, tot natuurlijke vijanden en de nuttige insecten tellen in de keverbanken. “Ik ben blij dat ze het onderzoeken, maar ik heb ook eens gezegd: ik hoef zelf niet te tellen. Maar toen kwam er een project om het verschil in metingen van boeren en onderzoekers te onderzoeken, dus ben ik nu toch af en toe aan het tellen”, zegt Eugene lachend.

Natuur als probleem én oplossing

Dat de Natuurakker in een relatief biodiverse omgeving ligt, maakt het mooi en motiverend om er te werken, ziet Eugene in. “Van alle percelen die ik beboer kom ik hier het liefst. Van de reeën heb ik dan wat vraatschade, maar ik vind het prachtig om ze rond te zien springen.” Toch moet hij dat plezier met een korreltje zout nemen. Eugene: “Je wilt van je perceel een normale opbrengst hebben, natuurlijk. Maar in dit geval ben ik al blij dat het me niks kost.” De kosten van het perceel zijn dan lager, maar de opbrengst is dat ook. Gelukkig staan Cosun en CZAV voor de kosten in. “In een normale situatie, met een jonge boer… Dan moet je zo’n risico niet nemen. Maar we zien nu wel wat het ons oplevert aan natuur. Dat helpt ons een bepaalde richting in te denken .”

Toch denkt Eugene dat strokenteelt niet snel de standaard van de toekomst vormt. Zo zag hij dat de natuurlijke tussenstroken op het perceel niet alleen kevertjes en sprinkhanen aantrok, maar ook slakken. “Kijk, op een breed perceel met grote stroken is dat niet zo erg. Die zijkanten neem je voor lief. Maar de strook is hier maar zes meter breed, dus als ze aan de zijkanten infiltreren, kan een groot deel van je gewas eraan gaan.” Ook had hij last van schaduwwerking door verschillende hoogtes in de gewassen – koolzaad naast bieten, bijvoorbeeld. Bovendien, licht Suzanne Wierckx toe, die vanuit de HAS bezig is met metingen op het perceel: “Het zou zo kunnen zijn dat een natuurstrook toevoegen aan deze situatie misschien minder effect heeft. Omdat er al zo veel natuur omheen ligt. Maar dat weten we eigenlijk nog niet.”

Hoe dan ook zet de Natuurakker Eugene aan het denken over natuur-inclusieve stappen binnen de akkerbouw. De eigenaar van het landgoed heeft zelfs gevraagd of hij biologische teelt zou overwegen. “Die stap vind ik lastig”, vertelt Eugene. “Dan moet je overschakelen met je hele bedrijf. En ik wil graag handvatten hebben om in te grijpen, als dat nodig is.” Ook ziet hij dat dat in de sector niet altijd wordt geaccepteerd. “Er zijn bio-boeren bij, die nogal afgeven op de reguliere landbouw. Ik heb om die reden wel eens gangbare boeren in een samenwerking zien afhaken. Terwijl we met zijn allen verder willen komen, met zijn allen willen leren. Dan moet je wel begrip hebben voor elkaars situatie.”