Noud van Gog: over vooruitdenken en aanpassingsvermogen in cichorei en suikerbieten
05 oktober 2023
Noud en Jan van Gog zijn cichoreitelers van het eerste uur. Wat begon met een paar hectare, groeide uit tot één van de grootste loonwerkbedrijven in de cichoreiteelt met een forse innovatiedrang. Met steeds weer nieuwe machines en hun deelname aan de Groeikracht Cosun Onkruid Platforms passen ze zich aan op constante veranderingen om hun teelten toekomstbestendig houden. Noud en Jan vertellen ons over de mogelijkheden van hun machines en hoe zij zo zijn gegroeid.
In Liessel levert Noud van Gog als loonwerker diensten aan telers op zo’n 1.200 hectare cichorei en bieten. Sinds zeven jaar heeft hij het bedrijf overgenomen van ome Jan, die nog steeds meedraait in het bedrijf en ook aanschuift tijdens het gesprek. Eind jaren ’80 begon Jan als één van de eerste boeren aan de commerciële cichoreiteelt. In eerste instantie op slechts vijf hectare; inmiddels behoren ze tot de grootste cichoreitelers van het land met zo’n 100 hectare in eigen beheer. Vroeger verrichtten Van Gog en zijn familie met name loonwerk voor de aardappeloogst. “Maar aardappelen rooien is onregelmatig, en je bent erg afhankelijk voor wanneer ze de aardappelen komen halen – je staat soms lang te wachten, of werkt ’s nachts”, vertelt Noud. “Als je dan ook de bieten moet regelen… Er was te veel overlap in het arbeidsplaatje”. Na wat bewogen jaren werd de keuze gemaakt om de aardappeltak af te stoten. Nu focust het bedrijf volledig op bieten en cichorei, dankzij de samenkomst van mechanisatiekennis, volharding en aanpassingsvermogen.
Onkruidexperts
Dat de eerste jaren van de cichoreiteelt niet zo goed lukten, laat hen de schouders ophalen. Cichorei kenmerkt zich door een langzame opkomst in het seizoen, en daardoor een hoge onkruiddruk. In hun jaren werk voor de cichoreiteelt doet Van Gog Agri Service daarom uitvoerig ervaring op met onkruidbeheersing en mechanisatie; ze waren één van de eerste akkerbouwbedrijven in de omgeving die zich op cichorei gingen richten. Afhaken doen ze niet zo snel: “De cichorei ging steeds beter. Wij zijn niet zo van ‘het mislukt, we stoppen ermee’”, zegt Noud. “Als wij toen onze kop in het zand hadden gestoken op dat moment, had hier in de omgeving weinig of geen cichorei gestaan.” Omdat cichorei een relatief kleine teelt is, worden er nauwelijks gewasbeschermingsmiddelen voor ontwikkeld, noch toegelaten. “Maar je leert elk jaar weer wat anders”, vertelt ome Jan. “En het is ook een stukje uitdaging. Aan het begin moesten we zelf het veld in om met de hand onkruid te plukken.”
In het verleden zijn daarom veel cichoreitelers afgehaakt. “Die konden er dan niet tegen als er onkruid in het veld staat”, aldus Noud.
Toen er door een crisis in de aardappelteelt in een korte tijd veel land bij kwam voor Van Gog, moesten ze snel experimenteren met wat wél werkte. “We hebben ik weet niet hoeveel machines geprobeerd”, vertelt Noud. “Het lukte niet altijd, maar daar hebben we altijd wel een beetje voor gestreden – nieuwe technieken aanschaffen, en de onkruiddruk zo laag mogelijk houden. Zodat de telers waar we voor werken toch een kans krijgen om cichorei te telen”. Noud neemt ons mee naar de oude melkstal van het bedrijf. Zijn vader molk hier vroeger nog koeien. Nu is de vloer geëgaliseerd en staan er tal van mooie machines. Cichorei moet je ondiep zaaien , en dus gebruikt Noud een zaaimachine die een nette, ondiepe groef maakt en een bodemherbicide heel gericht toepast. Cichorei komt moeilijk op, dus wil je het onkruid in de rij zo klein mogelijk houden. Tussen de rijen kun je dan schoffelen.”
Wanneer we langs de machines lopen die door het seizoen heen worden gebruikt, zien we de schoffels groter worden. Eerst zijn de tanden relatief klein en precies, later worden ze breder en hoger, wordt er door middel van wielen groot onkruid uit de grond getrokken, of wordt alles wat boven de cichorei uitsteekt gemaaid. Maar, benadrukt Noud, altijd zo precies mogelijk. “We doen alles met GPS en kijken altijd naar wat de beheersing op dat moment nodig heeft”, zegt hij trots. Door de hoge mate van automatisering zorgt hij voor bijna ‘perfecte’ rijtjes en kan hij tot 2 centimeter nauwkeurig onkruid schoffelen. “Volgend jaar willen we alles wat overblijft aanpakken met de spotsprayer, die zeer plaatsspecifiek kan doseren. Eigenlijk hoop ik dat we niet meer met de veldspuit het land in hoeven.”
(on)mogelijkheden van de wortelgewassen
Het succes van Noud en Jan danken zij voor een groot deel aan voorwerk en timing. Ze kijken vooruit en maken gebruik van mogelijkheden om te experimenteren. Zo wordt ook een Groeikracht Cosun Onkruid Platform op hun bedrijf georganiseerd, waar nieuwe onkruidbeheersingstechnieken worden gedemonstreerd. “Toch is het maar net de vraag of het altijd lukt”, waarschuwt Noud. “Je kunt niet altijd schoffelen en ook niet spuiten. Ik denk dat je zult moeten blijven combineren. Het blijft ook weersafhankelijk.” En het weer wordt steeds onvoorspelbaarder – al kan cichorei veel hebben. In 2016, toen vele oogsten verzopen, bleef de cichorei aardig staan. Dat viel ook de plaatselijke pers op. Ome Jan werd op de foto gezet.
“Tegen de dame van de pers zei ik ‘cichorei is net een rijstplant’, en dat heeft ze zo in de krant gezet!” lacht ome Jan. Die opmerking krijgen ze nog vele jaren later gekscherend terug.
Een drempel voor de cichoreiteelt voor veel telers is de investering die je moet doen en het lastig kunnen beheersen van het onkruid zonder goede gewasbeschermingsmiddelen. Maar voor de Van Gogs is het feit dat het gewas veel op de suikerbiet lijkt een voordeel; veel van hun machines werken in beide teelten. “Maar dat hele machinepark ga je niet aanschaffen als je maar 5 hectare cichorei wil proberen. ” Voor de verschillen in gewasbeschermingsmiddelen vertrouwen ze op hun ervaring en aanpassingsvermogen. Dat maakt dat Noud scherp in de wedstrijd staat met bijvoorbeeld zijn gewasbeschermingsadviseur: “Hij heeft zand onder de nagels, zoals wij dat zeggen; hij is zelf akkerbouwer geweest en zal dan ook eerlijk zijn als ik een bespuiting níét hoef te doen”, vertelt Noud. Ook stelt hij zich leergierig op richting de biologische sector: “Die zijn immers al veel langer bezig om zonder gewasbeschermingsmiddelen te telen. Je ziet dat je daar qua schoffelen en vooral eggen ook echt nog van kunt leren.”
‘Vandaag is morgen niet vanzelfsprekend’
De snelheid van veranderingen in het agrarisch landschap en in regelgeving maken de ervaring en open blik van Noud en Jan des te belangrijker. De cichoreiteelt wordt vaak aangehaald als positief voorbeeld voor de ontwikkelingen binnen de agrarische sector. “Maar toelatingen zijn langzaam, en beperkingen zijn snel”, zegt Noud. “Ik denk dat de teelt altijd nog wel lukt, maar we moeten wel blijven opletten met elkaar.” Die beperkingen gelden overigens voor beide teelten. Noud ziet daarom steeds meer belang in het uitwisselen van kennis en het verder ontwikkelen van mechanisatie. En zolang de veldspuit nog als vanzelfsprekend wordt gezien, denkt hij dat weinig telers de stap durven maken om met mechanische onkruidbeheersing te experimenteren. Het liefst laat hij ze zijn percelen zelf zien, om duidelijk te maken wat er allemaal al mogelijk is. Noud: “Tegen beginnende telers zeg ik vaak: Zoek een loonwerker die onkruidbeheersing en gewasbescherming van A tot Z kan. Want uiteindelijk hangt alles in de teelt met elkaar samen.”