Natuurakker 2.0
De Natuurakker is opgezet om te onderzoeken hoe rendabele teelt én natuurontwikkeling hand in hand kunnen gaan. Dit aan de hand van een experiment met strokenteelt, waarbij onder meer de aardappelen, cichorei en suikerbieten een rol spelen in het bouwplan. In een zevenjarig experiment nabij Steenbergen, Noord-Brabant, wordt gekeken naar de invloed van strokenteelt op gewasbescherming, biodiversiteit, opbrengsten, etc. Het project is een samenwerking van CZAV, Groeikracht Cosun, HAS Green Academy, en akkerbouwer Eugène van den Eijnden. Het project loopt door tot oogstjaar 2026.
Gaandeweg uitdagingen verkennen
René Schunselaar, manager Agro bij Sensus, was vanaf moment één betrokken bij het project: “Wat we uiteindelijk voor ogen hebben is het zoeken naar manieren om toekomstbestendig te telen. Strokenteelt kan daar mogelijk één van de antwoorden op zijn, maar we weten ook dat het best wat van de boer vraagt. Het is echt een andere manier van gewassen produceren.” Ook bracht de ligging van het perceel bracht onvoorziene uitdagingen met zich mee. Ten eerste omdat er een bocht in het perceel ligt, waardoor het lastig werd het gewas netjes per strook te bewerken. Ten tweede ligt het perceel in een natuurrijke omgeving. “Dat betekent dat de natuurstroken die in het perceel zijn ingericht misschien minder effect hebben dan in een andere situatie”, vermoedt Suzanne Wierckx, vanuit HAS Green Academy aangesloten bij het project. “Maar dat weten we eigenlijk nog niet.”
Gewaskeuzes en toegevoegde waarde
In het begin van het project werd er gewerkt met tien gewassen. “Dat is heel veel”, laat Eugène, de akkerbouwer van de Natuurakker, weten. “Er zaten ook gewassen tussen die ik niet in mijn bouwplan had. Maar ik ben ook wel gewoon een doener. Dan kom je vanzelf achter wat werkt.” Voor Groeikracht Cosun was het belangrijk om ook graansoorten bij het bouwplan te betrekken. Om op een realistische manier meerdere gewassen in een roterend bouwplan te zetten, is daarom ook CZAV aangesloten bij het project. “Een van de vragen waar we naar blijven kijken”, zegt Rene, “is hoe we met de producten die hier worden geteeld meerwaarde uit de markt kunnen halen. Met aardappelen en sommige granen is dat wel voor te stellen, maar met tarwe en suikerbieten weer minder, omdat ze op één hoop worden verwerkt.” Wel ziet hij een mogelijkheid voor meer vraag naar duurzaam geproduceerde grondstoffen uit de markt, wat voor een inrichting als bij de Natuurakker positieve gevolgen kan hebben.
Leren van en met studenten
Naast natuurwinst en de mogelijkheid om met stroken te experimenteren, levert het project ook belangrijke leermomenten voor studenten. Suzanne: “We vinden het belangrijk dat ze in contact komen met de praktijk – dat ze zien aan welke transitie ze moeten gaan werken. Zowel eerstejaars studenten, afstudeerprojecten als onderzoeksgroepjes komen hier langs.” Ook is Eugène in contact met studenten van de Avans hogeschool om een schoffelrobotje te ontwikkelen. “We willen hier zo veel mogelijk mechanisch aanpakken, natuurlijk. Er zijn schoffels van 48 meter breed, maar daar kan ik op dit perceel niets mee. Ik heb nu een afspraak met studenten die dit willen doorontwikkelen.” Over het algemeen is Eugène blij met de ondersteuning van Cosun en de HAS bij de Natuurakker: “Het is erg interessant, we leren er veel van. En ik had het niet gedaan als Cosun en CZAV er niet voor instonden. Het is misschien niet het ideale plaatje, maar het helpt ons wel een bepaalde richting op te gaan.”
Wat doen we?
- Onderzoek met strokenteelt op Landgoed Dassenberg in Lepelstraat, bij Steenbergen, perceel van akkerbouwer Eugène van den Eijnden.
- Diverse observaties per groeiseizoen in alle teelten.
- Tien gewassen (acht hectare): cichorei, suikerbieten, aardappelen, kapucijners, haver, winterrogge, wintertarwe, wintergerst, winterkoolzaad, luzerne.
- Natuur (vier hectare): bloemstroken, heggen en keverbanken.
- Stroken van zes meter breed. Bij deze breedte kunnen nuttige insecten overspringen tussen de stroken. Dit is bovendien passend bij mechanisatie van de oogstmachines.
- Het onderzoek duurt zeven jaar, om het perceel de kans te geven een sterk en weerbaar ecologisch systeem op te bouwen.
Wat willen we bereiken?
- Minder afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen door een weerbaarder bodem en gewas, met behoud van financieel rendement per hectare.
- Biodiversiteit (op de akker) vergroten.
- In beeld hebben of strokenteelt qua mechanisatie mogelijk is.
- In beeld hebben of de gevoeligheid voor ziekten en plagen afneemt.
- In beeld hebben of er waarneembaar meer nuttige insecten / antagonisten zijn.
- In beeld hebben wat de fysieke opbrengsten zijn en wat de productkwaliteit is.